Jaar van het Godgewijde leven - Bijzondere religieuzen (10)
‘Vergeten’ pater Eberschweiler leidde vroom leven in Baexem en Wijnandsrade.
Het jaar 2015 is door paus Franciscus uitgeroepen tot 'Jaar van het Godgewijde leven'. In een serie artikelen belichten we bijzondere religieuzen, die ook een link met Limburg hebben. Op onze speurtocht komen we soms ook goeddeels vergeten geschiedenissen tegen, zoals dat van het leven van de Jezuïet Wilhelm Eberschweiler, die een vroom leven leidde in Baexem en Wijnandsrade. Wilhelm Eberschweiler werd 5 op december 1837 in Püttlingen aan de Saar in Duitsland geboren. Wilhelm overwoog aanvankelijk om in te treden bij de paters Lazaristen, maar koos uiteindelijk toch voor de Jezuïeten. In 1868 werd hij priester gewijd. Vlak daarna brak in Duitsland de zogeheten Kulturkampf uit, waardoor het voor katholieke religieuzen erg moeilijk was om hun werk te blij-ven doen. Velen besloten de grens over te steken. Dat is reden dat zich in Lim-burg relatief veel Duitse en ook Franse ordes en congregaties gevestigd hebben. Vanwege diezelfde Kulturkampf kwam pater Eberschweiler in Baexem te-recht. De jezuïeten vestigden zich daar in het kasteel Exaten (later politieschool en thans asielzoekerscentrum) langs de provinciale weg van Roermond naar Weert. Na korte tijd te verhuisde pater Eberschweiler naar Wijnandsrade. Daar werd hij rector van het junioraat, een soort overgangsjaar tussen noviciaat en filosofiestudie van de jezuïeten in opleiding. In zijn dagboek schrijft hij over die tijd: „We wonen hier ontzettend dicht op elkaar. Van boven tot onder worden alle kamers bewoond. Er is één zaal die tegelijk dienst doet als eet-, studie- en recreatiezaal. De kapelruimte is juist groot genoeg zodat we er net allemaal in kunnen.“ In 1876 verruilde Eberschweiler de functie van rector voor die van spirituaal, geestelijk leidsman. In 1881 werd hij benoemd tot novicenmeester. Van 1884 tot 1889 was hij in Engeland als spirituaal verbonden aan de theologieopleiding te Ditton Hall. In de herfst van 1889 keerde hij terug naar Wijnandsrade. Vijf jaar later verhuisde het junioraat naar Exaten. Daar is pater Eberschweiler tot zijn dood spirituaal gebleven. Onopvallend, trouw, vriendelijk, luisterend, biddend. De laatste jaren van zijn leven kampte hij zeer met zijn gezondheid. Op 23 december 1921 is hij in Baexem gestorven. Op kerstochtend werd hij begraven op het kerkhof van Exaten. Pater Eberschweiler stierf – zoals dat heet – in een geur van heiligheid. Dertig jaar na zijn dood is het proces tot zaligverklaring gestart. In 1958 werd zijn stoffelijk overschot naar Trier overgebracht en daar bijgezet in de jezuïetenkerk. De Duitse Jezuïeten spannen zich nog steeds in voor zijn zaligverklaring. Ze hebben inmiddels meer dan 80.000 gebedsverhoringen verzameld, maar het vereiste wonder ontbreekt nog |